"In 1996, na tien jaar regelmatig opgenomen te zijn geweest in verschillende ziekenhuizen, werd schizofrenie bij mij geconstateerd. Ik dacht dat ik gedachten van andere mensen kon horen, vertrouwde niemand meer en had hallucinaties. Zo zag ik dat ik werd aangevallen op straat door mannen met messen, maar engelen voorkwamen dat ik gestoken werd. Ik viel vaak terug op zaken die tussen hemel en aarde bestaan. Ik sliep niet en kon dag en nacht niet meer van elkaar onderscheiden. Soms at ik tien dagen lang niet, terwijl ik toch vol energie bleef zitten. Medicatie helpt goed, maar eigenlijk voel ik me zonder veel beter, actief en vol energie. Maar dan gaat het na een paar maanden altijd weer mis.
Op straat heb ik het stempel 'gek' maar bij GGZ Delfland word ik serieus genomen. Mensen hebben geen idee wat het betekent om schizofreen te zijn. Mijn huwelijk is er op stuk gelopen en ik heb niet echt een toekomst om naar uit te kijken. Ik leef met de dag. Het enige waar ik op hoop is dat ik ooit weer een eigen huis zal krijgen. Al zie ik ook wel weer op tegen de eenzaamheid van alleen wonen. Hier heb ik veel aanspraak. We stappen regelmatig bij elkaar naar binnen voor een praatje. Ik zie de andere bewoners niet als vrienden, maar zij begrijpen wel wat ik doormaak in het leven: de angsten, de pesterijen, het gebrek aan vrienden. Hier zijn we in elk geval niet alleen."